Wie kan aangesloten worden aan een extralegaal pensioenplan?
- Alle objectieve categorieën loontrekkenden: directeurs, kaderleden, loontrekkenden ...
- Zelfstandige bedrijfsleiders
Er bestaan drie systemen:
- Plan van het type "vaste bijdragen"
- Plan van het type "vaste prestaties"
- Plan van het type "cash balance"
Fiscale en parafiscale aspecten van het extralegaal pensioen
Voor de werkgever
- Aftrekbaarheid van premies als onkosten (in naleving van de geldende fiscale voorschriften en meer bepaald de 80%-regel
- RSZ-bijdrage van 8,86 % op patronale stortingen + jaarlijkse belasting van 4,40% op de totale premie
Voor de werknemer
- Belastingkrediet van 30% op persoonlijke premies, plus gemeentelijke opcentiemen; voordeel cumuleerbaar met andere toegekende belastingverminderingen op het individueel sparen
- Aparte belasting van het kapitaal bij pensionering of overlijden
- Mogelijkheid om een voorschot te krijgen, een inpandgeving of het gebruiken van de afkoopwaarde voor de wedersamenstelling van een hypothecaire lening, voor de aankoop, bouw of renovatie van een onroerend goed in de Europese Economische Ruimte (indien voorzien in het reglement)
Aanvullende dekkingen
Als aanvulling op de prestaties bij leven en bij overlijden kan het pensioenplan een collectieve dekking voorzien in geval van arbeidsongeschiktheid door ziekte of een ongeval. Deze dekking is het voorwerp van een afzonderlijke overeenkomst aan het pensioenreglement die de toepassingsmodaliteiten vastlegt. De prestaties die voortkomen uit die dekking, vormen de vervangingsinkomens die de wettelijke tussenkomsten aanvullen (RIZIV of fonds voor arbeidsongevallen). In het merendeel van de overeenkomsten wordt eveneens bepaald dat de premies voor het pensioenplan vrijgesteld worden in geval van arbeidsongeschiktheid.
Het pensioenreglement bepaalt de premie.
Deze premie wordt als volgt bepaald:
- Hetzij als % van de referentievergoeding (bijvoorbeeld: 2% van het maandsalaris)
- Hetzij in een % « x » van de bezoldiging beperkt tot het plafond wettelijk pensioen en een % “y” van de bezoldiging dat het plafond overschrijdt
- Hetzij forfaitair (bijvoorbeeld: € 200/maand)
Het pensioenreglement bepaalt het te bereiken doel op het moment van pensionering van de begunstigde in de vorm van een kapitaal (meestal) of een rente.
De prestatie bij pensionering hangt af van verschillende criteria:
- De referentieuitkering
- De loopbaan in het bedrijf (of onder bepaalde voorwaarden, elders gepresteerd)
- Een referentieplafond, bij voorbeeld een forfaitaire schatting van het wettelijk pensioen
Voorbeeld
Het reglement voorziet bij pensionering in de uitbetaling van een forfaitair bedrag, gelijk aan driemaal het laatste jaarsalaris, pro rata de loopbaan van de verzekerde in de onderneming.
Het reglement voorziet in de toekenning van een premie, meestal jaarlijks, waaraan een rendementsgarantie is verbonden.
Het reglement voorziet de bepaling van de toegekende premie alsook de rendementsgarantie die hieraan verbonden is.